Mi fido di te!

dinsdag 26 januari 2010

De voorzitter spreekt:

'Wij staan voor moedige verandering'

Meer dan 1.500 leden van Open Vld zakten maandag 25 januari af naar Brussel voor de nationale nieuwjaarsreceptie van Open Vld. Alexander De Croo sprak er zijn nieuwjaarstoespraak uit waarin hij opriep tot moedige verandering. "Na een defensieve aanpak van de crisis, is het nu tijd voor een offensieve aanpak. De politiek moet in beweging komen," sprak hij.
Beste liberale vrienden, ik wens u allemaal een uitstekend 2010. Veel geluk, liefde en een goede gezondheid.

2009 was een bewogen jaar. In vele opzichten. Maar zeker ook voor onze partij. De Vlaamse verkiezingen van juni 2009 waren geen succes. Het sterke werk van onze ministers in de Vlaamse regering werd door de kiezer niet beloond. Na de verkiezingen heeft Guy Verhofstadt onze partij in rustiger vaarwater gebracht. Maar hij heeft veel meer gedaan dan dat. Hij maakte de weg vrij voor de noodzakelijke vernieuwing van onze partij. Onze leden hebben gesproken. En dat heeft een enorme dynamiek losgemaakt bij de basis. Getuige hiervan jullie massale opkomst. Guy, bedankt daarvoor!

Vrienden, zoals we in 2009 de “D” van democratie in onze partijnaam hebben laten schitteren, zo zullen we in 2010 de “V” van “Vlaams” en de “L” van liberaal in onze naam laten weerklinken. Maar, vrienden, verwacht geen mirakels. Ik heb van bij het begin gezegd dat het stap voor stap zal gaan. Dat doen we ook. Door week na week beslissingen te nemen. En die uit te voeren.

Dames en Heren, toen ik eind vorig jaar kandidaat-voorzitter was, kreeg ik van een vriend de vraag: waarom? Waarom stap je in de politiek, in plaats van verder aan je bedrijf te werken? Het is juist, ik had aan de zijlijn kunnen blijven staan. En af en toe “eens goed mijn gedacht kunnen zeggen”. Maar, zo ben ik niet. Ik sta liever zelf op het veld, met een sterke ploeg. Want het zit in ons. Wij willen niet aan de kant blijven staan. Wij liberalen, willen zelf de lijnen uitzetten. Zelf de richting bepalen. Zeker nu de uitdagingen zo groot zijn.

Het voorbije decennium is de wereld radicaal veranderd. Op tal van domeinen.

Ten eerste, onze economie. De dominantie van Europa, de Verenigde Staten en Japan behoort tot het verleden. Wij zijn niet meer de navelstreng van de wereld. Nieuwe economieën halen ons in. China stevent dit jaar af op een economische groei van meer dan 10%. U hoort het goed. Meer dan 10%. Europa haalt zelfs geen 2%. We staan meer dan ooit op een mondiaal speelveld, en het spel wordt hard gespeeld. Vraag het maar aan de mensen bij Opel Antwerpen, en aan hun toeleveranciers, en aan de vele duizenden Vlamingen die hun job verloren, maar niet in de kranten staan.

Ten tweede, onze planeet. Globalisering zorgt voor meer welvaart. Maar de draagkracht van onze aarde is begrensd. Onze manier van produceren, bouwen, verplaatsen en energie opwekken zullen we CO2-arm moeten maken. In Kopenhagen werden de eerste - en als U het mij vraagt, veel te bescheiden - stappen gezet. We erven de aarde niet van onze ouders, we krijgen haar in bruikleen voor onze kinderen.

Ten derde, ons samenleven. De traditionele gezinsverbanden vervagen. Welke de gezinssamenstelling ook is - éénouder of twee-oudergezinnen - tijd is een schaars goed geworden. Mensen leven ook langer, en blijven langer gezond. Dat vraagt solidariteit tussen generaties en die moeten we versterken. De samenleving vergrijst niet alleen, ze verkleurt ook. Diversiteit is een rijkdom. Met rechten en plichten voor iedereen.

Al deze economische en maatschappelijke veranderingen vinden plaats tegen een razendsnel tempo. En dat zorgt voor veel onzekerheid en angst.

Sommigen vertalen hun angst in afkeer. Afkeer van het vreemde, van het onbekende. En denken het tij te kunnen keren door het vreemde uit te sluiten of weg te jagen. Ze kijken met heimwee naar vroeger. Maar vroeger komt nooit meer terug.

Anderen berusten. Knijpen hun ogen dicht in de hoop dat het allemaal vanzelf voorbijgaat. Wij niet. Wij liberalen verzetten ons niet tegen verandering. Wij berusten niet. Neen, wij zijn hervormers.

Want, als wij het niet doen, als wij het niet zeggen, wie dan wel? Als wij Open Vld, niet het voortouw nemen in de noodzakelijke hervormingen, dan zal er niets gebeuren.

Kijk maar naar de Vlaamse regering. Een regering zonder liberalen. Een regering die de belastingen verhoogt. Die bespaart op innovatie. Die alle beslissingen voor zich uit schuift. Kris, met jou is het niet meer perfect.

Vrienden, de federale regering heeft in deze moeilijke tijden de crisis goed aangepakt. De banken gered. Het spaargeld van vele honderdduizenden mensen veilig gesteld. De juiste anti-crisismaatregelen genomen. De tijdelijke werkloosheid voor bedienden, de BTW-verlaging in de bouw en de horeca. Maar we mogen niet berusten.

De voorbije twee jaar hebben we de zwaarste schokken van de financiële crisis kunnen opvangen. Maar het is vooral een defensieve strategie geweest. 2010 moet een keerpunt zijn: De economie trekt voorzichtig aan. Voor het eerst in twee jaar verwacht men opnieuw groei. Het komt er nu op aan die groei te vertalen in nieuwe jobs. Dus tijd voor een andere strategie, voor een offensieve strategie. Daarvoor moet de politiek in beweging komen. Op vijf domeinen.

De eerste uitdaging is de gezondmaking van onze begroting. Omdat de tekorten van vandaag de belastingen van morgen zijn. En omdat de tekorten van vandaag de pensioenen van morgen bedreigen. De economische crisis heeft zijn sporen nagelaten. Het tekort loopt op tot meer dan 20 miljard euro en onze staatsschuld komt opnieuw zeer dicht bij de 100% van het nationaal inkomen. Europa en de Hoge Raad voor Financiën vragen dat we ons tekort al tegen 2012 tot 3% beperken. Alleen Open Vld nam die vraag onmiddellijk ernstig. Twee maanden geleden stond Guy Vanhengel daarmee moederziel alleen in de Wetstraat. Vandaag heb je je slag thuis gehaald. Guy, je koppigheid heeft geloond. Guy, bedankt hiervoor.

Ook onze arbeidsmarkt moet fundamenteel anders. Jobs komen niet vanzelf. Daarvoor moet je bedrijven zuurstof geven. Daarvoor moet je de arbeidsmarkt bevrijden van de vele grendels die er vandaag op zitten. Enkel zo kunnen we economische groei vertalen in nieuwe jobs. Enkel zo zorgen we voor meer schouders om de welvaart te dragen. Enkel zo voeren we een echt sociaal beleid.

Wat we nodig hebben is een warm beleid voor jobs, geen koud beleid van uitkeringen. Niet de mensen die hun job verliezen aan hun lot overlaten, maar ze zo snel mogelijk opvolgen, vormen en begeleiden naar een nieuwe job. Niet werknemers kunstmatig opdelen in arbeiders en bedienden, maar werken aan één statuut. Niet mensen dwingen in het keurslijf van de 38-uren week, maar ze de kans geven om hun loopbaan in eigen handen te nemen. Door de 38-urenweek op jaarbasis te berekenen. Zodat ouders met schoolgaande kinderen werk en gezin kunnen combineren. En bedrijven een tandje kunnen bijsteken als er meer bestellingen binnenkomen.

Naast de begroting en de arbeidsmarkt, moet er ook beweging komen in het pensioendossier. Er is de voorbije weken veel gezegd over de minister van pensioenen, maar bitter weinig over de pensioenen van de mensen. Dat verontrust mij. Onze pensioenen staan onder druk. Steeds meer ouderen komen terecht in de armoede: maar liefst een kwart van onze gepensioneerden leeft onder de armoedegrens. En dat is voor ons onaanvaardbaar. Het is tijd voor concrete maatregelen. We moeten ervoor zorgen dat mensen met een langere loopbaan ook een hoger pensioen krijgen. De band tussen werken en pensioenopbouw is vandaag te zwak. Langer werken moeten we belonen, vroeger stoppen ontmoedigen. We moeten ervoor zorgen dat het pensioen van een zelfstandige eindelijk gelijk is aan dat van een werknemer. Nog 80 euro te gaan. En, we moeten er tenslotte voor zorgen dat gepensioneerden eindelijk onbeperkt kunnen bijverdienen. Laat mensen die willen werken, dat ook doen, zonder hun pensioen af te pakken.

Ook Justitie verdient beter. Zoals wij de politie hebben hervormd, moet nu ook Justitie worden hervormd. Justitie is een van dé kerntaken van onze overheid. Er moet sneller recht worden gesproken. De structuur moet eenvoudiger en duidelijker. En gevangenisstraffen moeten effectief uitgevoerd worden.

Het laatste belangrijke thema is de staatshervorming en het dossier Brussel-Halle-Vilvoorde. Over dit laatste ga ik nu niet uitweiden. Ik heb discretie beloofd aan Jean-Luc Dehaene. Maar één ding is zeker: er moet een echte oplossing komen voor een probleem dat nu al meer dan veertig jaar aansleept.

Vrienden, op deze vijf domeinen moet de federale regering de komende weken en maanden een versnelling hoger schakelen.

Maar de grenzen van het federaal regeerakkoord zijn niet de grenzen van onze partij en nog minder de grenzen van onze ambitie. Wij kijken verder. Op ons Toekomstcongres van 12 en 13 juni zullen we de lijnen uitzetten voor het liberalisme in een nieuw decennium. En daarvoor reken ik op heel wat mensen in onze partij. Niet alleen op de 16 voorzitters en rapporteurs die onze acht themagroepen in goede banen zullen leiden. Maar ook op de inzet van onze fractieleiders, op de ervaring van mijn voorgangers, op de inzichten van ons liberaal middenveld. Maar – bovenal – op u allemaal. De basis van onze partij. Want meer dan ooit moet Open Vld terug de ideeënpartij van Vlaanderen zijn, de motor van vernieuwing in ons land.

Dames en Heren, ik kom terug op die vriend die me vroeg waarom ik in de politiek wilde stappen. Ik heb u mijn antwoord gegeven, het antwoord dat wij - liberalen - allemaal zouden geven. Omdat er nood is aan mensen, aan politici die de moed hebben om te veranderen. Politici die durven zeggen waar het op staat. We staan vandaag op een keerpunt. Ons land staat voor immense uitdagingen.

De vraag is :
Laten we ons verlammen door de angst voor verandering?
of hebben we de moed om te hervormen ?

Mijn keuze, die is gemaakt.

Beste vrienden,
Van “rustige vastheid” word ik onrustig.
Worden jullie onrustig, worden wij onrustig.

Wij, wij staan voor iets anders.
Liberalen staan voor “moedige verandering”.

Ik dank u.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten